Het pasgetrouwde stel Joseph en Norma Babcock maakte in 1917 een tochtje over de Yangtze-rivier, toen de wind ging liggen en het zeilschip niet verder kon. De Chinese bemanning ging om de tijd te doden een onbekend spel spelen, dat de aandacht trok van Joe. Hij verstond Chinees, kon de merkwaardige regels begrijpen en het spel mee spelen.
De Amerikaan Babcock was naar Azië uitgezonden door de Standard Oil maatschappij met de stille droom er zijn fortuin te maken. Misschien ging dat lukken met dat nieuwe, opwindende spel. De Chinezen waren er gek op. Babcock kreeg het idee om de spelregels zo te vereenvoudigen dat het ook toegankelijk werd voor Westerlingen en hij het naar Amerika kon exporteren. Het spel werd in het Chinees Mas Chi’iao genoemd, een woord dat nauwelijks uit te spreken viel. Babcock bedacht daarom het woord Mah-Jongg en richtte vervolgens met twee compagnons de Mah-Jongg Company of China op.
De maatschappij kocht mahjongspellen in Chinese winkels en liet er westerse cijfers en letters op zetten. In oktober 1920 werden de eerste mahjongspellen naar Amerika geëxporteerd. In ieder spel zat een boekje met zeer simpele spelregels in leesbaar Engels, geschreven door Babcock zelf en met illustraties van Norma. Het nieuwe spel werd een gigantische rage in de Verenigde Staten. Iedereen wilde het spelen, iedereen wilde een mahjongspel. Babcock kon ze nauwelijks aanslepen.

Joe Babcock (links) en Norma (rechts) spelen met vrienden. Norma kleedt zich graag in Chinese gewaden als ze mahjongen.
Hij kende maar één fabriekje in Nanking dat mahjongspellen kon maken. Daarmee zaken doen bleek erg lastig te zijn, ondervond Babcock. Na lang praten kon een prijs voor één mahjongspel worden vastgesteld, maar toen de Amerikaan een paar honderd van die spellen wilde hebben, was er van kwantumkorting geen sprake. Integendeel, de prijs verdubbelde bijna. Aan fabricage op grote schaal was veel meer werk verbonden, vonden de Chinezen, en moest dus veel meer geld opleveren.
In 1923 of 1924 toen ze niet genoeg spellen meer konden kopen, zijn ze een mahjongfabriekje begonnen. Zelfs toen was het maken van mahjongspellen voornamelijk handwerk, zoals het graveren van de stenen. Babcock heeft niet lang van zijn succes genoten. Toen er heftige concurrentie kwam op mahjonggebied en hem het auteursrecht op zijn spelregels werd ontzegd, gaf er de brui aan. Hij leende 10.000 dollar om rechten te studeren aan de Yale-universiteit en werd jurist bij General Electronic. Het handelsmerk Mah-Jongg verstreek na verloop van tijd en hij noch zijn compagnons hebben iets gedaan om het te verlengen.
Babcock stierf op jonge leeftijd – volgens de verhalen door syfilis en straatarm door gokken, maar dat zal wel een van de vele fabeltjes zijn die over mahjong de ronde deden.