De Gelderlander van 5 oktober 2004 spreekt met de Nijmegenaar Martin Rep, die de grote motor is achter het eerste Europese mahjongkampioenschap.
Spel uit China lijkt moeilijk,
maar is dat niet
Door JAAP BAK
NIJMEGEN – Mahjong is een oud Chinees gezelschapsspel. Nog nooit is er een officieel Europees kampioenschap gehouden. Dat gebeurt nu wel in 2005. In Nijmegen, in concertgebouw De Vereeniging.
Nijmegenaar Martin Rep is de initiatiefnemer voor het eerste Open European Mahjong Championship zoals het evenement nu officieel te boek staat. Er komen spelers uit Rusland, de Verenigde Staten, Taiwan, Japan, Denemarken, Duitsland, Italië, Zweden, België, Engeland, Finland, Portugal en Frankrijk.
Opmerkelijk, want het is voor het eerst dat er een Europees kampioenschap in mahjong plaat vindt.
Comeback
Het oude Chinese gezelschapsspel is bezig aan een comeback, constateert Rep. Hij is sinds enkele weken de kersverse voorzitter van de eveneens kersverse Nederlandse Mahjong Bond.
Een bond die in feite is opgericht om het Europees kampioenschap op 24, 25 en 26 juni 2005 in Nijmegen goed te kunnen organiseren.
“Er wordt namelijk sinds decennia mahjong gespeeld in Nederland, maar eigenlijk nooit in wedstrijdverband. Dat is iets van de laatste jaren”.
Nijmegenaar Martin Rep is sinds het begin van de jaren ’90 ‘gegrepen’ door het door het Oosterse gezelschapsspel.
Soort dominostenen
Het spel wordt door vier spelers gespeeld met een soort dominostenen waarop allerlei afbeeldingen staan. Met die stenen wordt een groot vierkant gebouwd, de muur. De spelers pakken een steen en moeten er ook weer eentje wegleggen. Met de stenen worden combinaties gemaakt waarmee punten worden behaald. Degene met de meeste punten heeft gewonnen. Dat zijn de globale spelregels in een notendop. “Het lijkt een moeilijk spel, maar het is eigenlijk net zo simpel als klaverjassen. Een potje duurt tussen de vijf é tien minuten”, legt Rep uit.
Hij heeft zich sinds het begin van de jaren ’90 in het spel verdiept, heeft een website opgezet, is begonnen met het organiseren van toernooien in Nijmegen (het Gouden Draak Toernooi), nam deel aan toernooien in het buitenland onder meer in China en in Japan waar in 2002 voor het eerst een Wereld Kampioenschap werd gehouden en organiseert nu het eerste Europese kampioenschap.
Meer uniformiteit
Waarom er nu opeens allerlei toernooien en kampioenschappen plaats hebben, weet Martin gemakkelijk te verklaren. “Het heeft alles met de spelregels te maken. In de afgelopen decennia gebruikte ieder land z’n eigen regels. Nu wordt daar meer uniformiteit in gebracht.”
Dat heeft vooral te maken met het politieke beleid van China. “Mahjong was namelijk tot 1998 officieel verboden in China. Het is een verbod dat massaal werd overtreden, want op iedere straathoek werd het gespeeld. De Chinezen zijn verwoede gokkers en die speelden altijd om geld. Dat kon natuurlijk niet in een communistische heilstaat.”
Uiteindelijk moesten de Chinese machthebbers toegeven dat dit verbod geen enkele zin had. “Toen het verbod werd opgegeven, hebben de Chinese autoriteiten het slim aangepakt. Ze hebben er een officiële sport van gemaakt en uniforme spelregels opgesteld. Die worden nu in de rest van de wereld langzaam maar zeker doorgevoerd.”
Denen
Nadat Martin Rep had deelgenomen aan het eerste wereld kampioenschap mahjong in Tokio, kwam hij samen met een aantal Deense spelers op het idee om een open Europees kampioenschap te houden. “We hebben besloten omdat in Nederland te houden, omdat het centraler ligt dan Denemarken. En we hebben hier in Nijmegen al ervaring met het organiseren van toernooien”, legt Rep uit.
Hij kreeg daarbij ook nog eens de onverwachte steun van directeur Albert Krielen van de Keizer Karel Podia. “Hij heeft enige tijd in Azië gewerkt en weet iets van de Oosterse leefwereld. Krielen stelde voor om het kampioenschap in 2005 in de ING-zaal van De Vereeniging te houden.”
Volgens Rep is dat een perfecte locatie. “Het is een prachtige art deco-zaal die past in de sfeer van de jaren ’20. Toen was er wereldwijd ook een enorme hype met mahjong. Het spel veroverde vanuit China de wereld en iedereen speelde het. Maar na een paar jaar was die storm voorbij. Daarna leidde het gezelschapsspel een sluimerend bestaan.”
Paar duizend spelers
In Nederland zijn er een paar duizend spelers, maar de echte toernooigangers schat Rep op zo’n 120. Er zijn enkele verenigingen, die overigens allemaal een vrij losse structuur kennen. “Vandaar dat het zolang geduurd heeft dat er een bond is opgericht. Nu met het kampioenschap heb je een rechtspersoon nodig.”
Inmiddels heeft de bond steun gekregen doordat voormalig premier Dries van Agt zitting heeft genomen in het comité van aanbeveling voor het Europese kampioenschap. Van Agt was jarenlang EU-ambassadeur in Japan. De speelstenen van het Chinese mahjongspel bij de voorzitter van de Nederlandse Mahjong Bond. De stenen kregen in 1880 hun huidige vorm nadat een Chinees in de stad Ningbo het mahjongspel meer structuur had gegeven. Voor 1880 werd het spel met speelkaarten gespeeld.
In de gids van het OEMC 2005 doet Martin Rep verslag van het bezoek dat de Nederlandse deelnemers aan het eerste WK brengen aan het Mahjong Museum in Chiba, Japan.
Het Mahjong Museum
in Japan
door Martin Rep
Het hoogtepunt van onze reis naar Japan is een bezoek aan een museum waarvan er maar één is in de hele wereld: het Mahjong Museum. Volgens berekeningen van Jelte Rep, auteur van Het Groot Mahjong Boek , is mahjong het meest gespeelde spel ter wereld, met vooral indrukwekkende cijfers uit Zuidoost-Azië: 64 miljoen spelers in China, 19 miljoen in Japan, 3,3 miljoen in Taiwan, 1,15 miljoen in Indonesië, 1,09 miljoen in Hongkong, et cetera et cetera. In Nederland zijn wel musea ingericht voor mindere doelgroepen.
Mahjong-professor
Het Mahjong Museum in Chiba is een prestigieus object van de Japanse mahjongorganisatie JMOC en uitgeverij Take Shobo, waarin ontspanning en wetenschap samenkomen. Er zijn niet alleen spellen verzameld uit Japan, China, Vietnam en andere Aziatische landen, maar ook uit de Verenigde Staten en Europa, en we worden er rondgeleid door een heuse mahjong-professor die aan de universiteit van Tokio zijn studenten onderwijst in de boeiende en lange sociaal-culturele historie van het mahjong. Het museum voldoet aan alle voorwaarden die aan een museum gesteld kunnen worden. Er is een grote collectie, waarvan maar een deel getoond kan worden gezien de omvang, er is een hardwerkende en toegewijde staf, er is een goed onderhouden bibliotheek – en er is, tot groot plezier van de bezoekers, een kleine museumshop waar allerlei parafernalia te koop zijn.
Rariteiten
Het witte, vierkante gebouw dat we bereiken na een bustocht van een paar uur vanuit Tokio, oogt klein. Voor het hoge bezoek van de geëerde mahjongspelers uit de hele wereld is helaas maar krap een uur uitgetrokken. Naar goed Japans gebruik moet bovendien eerst de hele groep op de foto gezet worden op de dubbele trap die naar de verdieping leidt, en dat kost helaas ook al de nodige tijd. Maar dan is het ook net of je als alcoholverslaafde in je favoriete bar wordt rondgeleid. Er zijn grappige en nutteloze dingen, zoals het grootste mahjongspel en het kleinste mahjongspel ter wereld – met beide is het onmogelijk er echt mee te spelen. Er is een spel met stenen waar je met de bijgeleverde Röntgenbril doorheen kunt kijken zodat je weet welke stenen je tegenstanders hebben. Er zijn klokken met mahjongsymbolen in plaats van de gewone aanduidingen en er staan rare souvenirs te pronk die alleen maar door toegewijde fans worden gewaardeerd. Bierbrouwer Guinness doneerde gipsen stenen van gigantische afmetingen waarmee het Guinness Book of Records werd gehaald.
Veel meer indruk maakt de geschiedenis van het mahjongspel zoals die naar voren komt uit de collectie. Vooral in de begintijd van het mahjongspel – eind negentiende, begin twintigste eeuw – kunnen de spellen niet kostbaar genoeg zijn. Het museum heeft een spel met stenen van puur zilver, waarmee hoge beambten uit de Ching-dynastie speelden, een spel met stenen van jade dat aan het hof werd gebruikt, stenen bedekt met een laagje bladgoud en stenen met Japanse lak. De spellen van de laatste keizer van China, Pu-Yi, en zijn vrouw de keizerin zijn er ook te zien.
Welgestelde spelers
De rijkdom van de mahjongspelers uit die tijd komt naar voren uit de luxueus uitgevoerde dozen waarin de spellen werden bewaard en de tafels waaraan werd gespeeld. Zo is er een ronde tafel, ingelegd met figuren van ivoor en bladgoud, en een tafel met kussens in keizerlijk geel die door de keizerlijke prinses van China werd gebruikt om mahjong te spelen met haar hofdames – het heeft meer weg van een vierkante sofa dan van een tafel.
Ook in gevangenschap
Niet alleen aan het hof, ook in de gevangenis werd de verveling verdreven met mahjong. Japanse officieren die na de Tweede Wereldoorlog als oorlogsmisdadigers werden opgesloten in de Sugamo-gevangenis maakten houten mahjongstenen. Dankzij het spel kwamen ze de lange dagen door in afwachting van hun berechting. Een Franse krijgsgevangene verdreef tien jaar later in Vietnam de verveling met het maken van een spel van aluminium dat hij verzamelde uit afval.
Mooi souvenir
Er worden gereedschappen getoond waarmee mahjongstenen worden gemaakt, evenals de mallen waarin moderne kunststof spellen worden gegoten. Van recente datum zijn spellen met een persoonlijk tintje. Zo bezit het museum een spel waarop 108 generaals zijn afgebeeld uit de Shuihuochuan-verhalen. Ook het speciale spel dat is vervaardigd ter gelegenheid van het Europees Mahjongkampioenschap – het wordt tijdens het EK te koop aangeboden als souvenir – bevindt zich inmiddels in de collectie van het Mahjong Museum.
Twee inwoners van Hengelo zouden het liefste alle inwoners van hun stad bekeren tot mahjong. Ze zijn steeds in de weer om anderen te overtuigen van de betovering en de schoonheid van het Chinese spel. Dagblad Tubantia bericht in januari 2005 over de passie van het echtpaar.
Jan en Ada Ketzer noemen
zich echte propagandisten
van het Chinese spel
HENGELO – De grootste passie van Ada en Jan Ketzer uit Hengelo is mahjong.
Het spel spelen zij al 38 jaar en het echtpaar heeft inmiddels een flinke verzameling mahjongspelen en ook aanverwante attributen. Deze is momenteel te bezichtigen in Bibliotheek Hengelo. Om hun liefde voor het spel verder uit te dragen, geven ze demonstraties in de bibliotheek.
In Amsterdam werd in een grote Chinese winkel het eerste spel gekocht en vanaf dat moment neemt mahjong in het leven van Ada en Jan een grote plaats in. Lang ‘deden’ ze het met dit ene spel. “We waren meer gericht om het spel te beheersen en pas toen we dat door hadden, kregen we oog voor de schoonheid van de spelen”, aldus het echtpaar, dat inmiddels velen de kunst van het mahjongspel heeft bijgebracht. Kinderen snappen het volgens hen in een middag, volwassen hebben een week nodig.
Lollystokjes
In 1985 is Ada haar eigen spel gaan maken en ook dat is in de bibliotheek te zien. “Je hebt voor een spel exact 144 blokjes nodig. Ik heb er toen bij een doe-het-zelf zaak 150 laten maken, een paar extra voor de breuk. Ik ben drie weken aan het schuren en schilderen geweest. Een deel van elk blokje heb ik hout gelaten, er bovenop heb ik witte verf aangebracht en vervolgens heb ik één voor één de figuren er op aangebracht.” Creatief als ze is maakte ze van lollystokjes de fiches.
Het eerste Nederlandse toernooi, westerse mahjong, werd in 1987 door Jan en Ada georganiseerd. Het aantal deelnemers lag op zestien. Door de jaren heen groeide dit behoorlijk. Vrienden van Ada en Jan leerden het weer anderen en zo groeide het steeds verder uit. De Rode Draak zag op datzelfde moment het levenslicht. Nu heet de vereniging Rode Draak Twente. Achttien jaar achter elkaar werd het toernooi gehouden. Twee jaar geleden kwam er wat betreft de organisatie een einde aan.
Jan: “Ada had de eerste keer gewonnen en dat betekende de wisselsteen. Twee jaar geleden won ik deze. Voor ons was de cirkel rond. En die wisselbeker/steen hebben we nu thuis. Die is zo mooi.” Het toernooi werd overgenomen door Almere. Dit jaar wordt voor het eerst het Europese kampioenschap gehouden. Jan wil hier graag aan meedoen maar weet dat hij zich hiervoor moet selecteren. Hij is met nog vier Tukkers flink in training
Propagandisten
Ada en Jan Ketzer noemen zich echte propagandisten van het mahjongspel. Ze vertoeven nogal wat weken op campings en ook hier wordt het spel aan belangstellenden geleerd. “Het is zo mooi om te doen. In het begin is het best wel moeilijk, maar het is zo boeiend. Je speelt het met z’n vieren en je moet als het ware combinaties maken net als bij rummikub. We willen gewoon onze liefde voor dit spel doorgeven en dat kan nu via de bibliotheek. We vonden het moeilijk om twee maanden van ons materiaal te scheiden en zo ontstond het idee hier demonstraties te geven. We zitten hier gewoon met z’n vieren te spelen en als iemand is geïnteresseerd, legt nummer vijf het uit. In ons hart hopen we dat er veel mensen komen. We willen ook hen laten genieten van deze mooie vorm van tijdverdrijf.”
De demonstraties zijn op 27 januari en 10 en 24 februari (2005) van 13.00 tot 16.00 uur, terwijl Martin Rep, voorzitter van de Nederlandse Mahjongbond komende donderdagmiddag aanwezig is. Hij geeft een toelichting over mahjong en over de bond.