Ada Ketzer knutselt nu eenmaal heel erg graag en maakte haar eigen mahjongspel

Mahjong is een zeer inspirerend spel, niet alleen om te spelen maar ook om te maken. Ada Ketzer uit Hengelo ging de uitdaging aan en was weken in de weer met schuren, schilderen, tekenen, penselen en aflakken. Het resultaat? Een spel van jewelste!

De door Ada Ketzer gemaakte mahjongstenen.

De door Ada Ketzer gemaakte mahjongstenen.

Ada Ketzer, onverbrekelijk verbonden met Jan Ketzer, knutselt en frutselt haar hele leven lang. Soms is er geen tijd voor of geen ruimte. Ada: ‘Toen zo’n twintig jaar onze zoon op kamers ging wonen, kwam het zolderkamertje vrij. O heerlijk, dacht ik, dan kan ik dat als knutselkamertje gebruiken! Toen ben ik een mahjongspel gaan maken. We hadden al twee spellen maar om er zelf eentje te maken vond ik heel erg leuk.’

Jan en Ada Ketzer sorteren de 144 stenen van hun mahjongspel.

Jan en Ada Ketzer sorteren de 144 stenen van hun mahjongspel.

Jan helpt haar het spel op tafel te leggen: ‘Ze heeft een compleet spel gemaakt. Niet alleen de stenen, maar ook de accessoires, zoals de fiches en een windenblok. Ze is er weken mee bezig geweest.’

Er is een royale kist nodig om Ada's mahjongstenen op te bergen. Het is het enige onderdeel van het mahjongspel dat ze niet zelf gemaakt en beschilderd heeft.

Er is een royale kist nodig om Ada’s mahjongstenen op te bergen. Het is het enige onderdeel van het mahjongspel dat ze niet zelf gemaakt en beschilderd heeft.

Ada Ketzer maakte ook de fiches en een windenblok.

Ada Ketzer maakte ook de fiches. .

Ada: ‘Aan de overkant van ons huis was een doe-het-zelf zaak. Daar hebben ze voor mij 150 van deze blokjes gemaakt. Van heel mooi wengé hout. Dat kun je nog zien aan de achterkant. Die is prachtig met de structuur van dat hout. Eerst ben ik al die blokjes gaan schuren totdat ze heel mooi glad waren. Daarna heb ik met plakkaatverf een witte onderlaag gemaakt, lekker dik. Toen die droog was heb ik met potlood heel dun de afbeeldingen getekend en daarna ben ik die met een fijn penseel gaan schilderen. Wat een gepriegel was dat! Daarna nog twee keer aflakken om de beschildering te beschermen en toen was het eindelijk klaar.’

Na weken gepruts en gepriegel was het spel eindelijk klaar.

Na weken gepruts en gepriegel was het spel eindelijk klaar.

Jan: ‘Ze heeft het allemaal in het Nederlands gemaakt. De Z bijvoorbeeld is zuidenwind.’
Ada: ‘En de D voor draak. Zie je, dit is nog een ouderwetse witte draak: helemaal blanco. Tegenwoordig staat er van alles op. Ook de seizoenen heb aan Nederland aangepast. Hulst voor de winter, narcis voor de lente en dahlia voor de zomer. En van bamboe-1 heb ik een kip gemaakt in plaats van vogel Pe-ling. Wij noemen die altijd kip.’

De seizoenen bleven dezelfde maar kregen van Ada andere bloemen, behalve de zomer.

De seizoenen bleven dezelfde maar kregen van Ada andere bloemen, behalve de zomer.

Ada: ‘Nou toen wilden we er natuurlijk mee gaan spelen, maar het bleek dat een muur van 18 van mijn stenen niet op onze tafel paste. Daarom heeft Jan een heel groot bord gemaakt, waar de muren precies in pasten. Maar het leek op het laatst meer op sjoelen. Je kon er vaak niet bij om een steen van de muur te pakken. Dan schoven we de stenen met een zetje over het bord, zoals bij een sjoelbak.’

Jan en Ada Ketzer hebben inmiddels een uitgebreide verzameling  mahjongspellen en -attributen. In Japanse kimono's poseren ze voor hun uitstalling.

Jan en Ada Ketzer hebben inmiddels een uitgebreide verzameling
mahjongspellen en -attributen. In Japanse kimono’s poseren ze
voor hun uitstalling.

Ada is altijd dol geweest op knutselen en frutselen. Als dochter van een sigarenwinkelier in Zaandam deed ze af en toe de etalage van haar vader. Die waren altijd erg saai maar niet als Ada zich daarmee bezig had gehouden.
Jan: ‘Dat was revolutionair.’
Ada: ‘Ik had het hele raam bedekt met een groot zwart stuk papier en daarin had ik twee grote gaten gemaakt. Als je daar doorheen keek, zag je allemaal leuke dingetjes, zoals sigaretten op een sleetje.’
Jan: ‘Dat etalageraam liep schuin af. Dat hadden de klanten niet in de gaten als ze wilden kijken. Dus dan hoorde je steeds: boooing, als ze hun hoofd stootten.’