Hi! Het is erg leuk om dit Museum te bezoeken. Ik ben Lisa Lethin en mijn grootvader was Anton N. Lethin, de zakenpartner van Joseph Babcock. Hij leefde van 1887 tot 1966. Mijn grootmoeder, Helen Van Housen-Lethin, had een beetje Nederlands bloed. Zij stamt af van Sara Rapelje, geboren in 1625, die de eerste vrouw van Europese afkomst was, die in New Netherland werd geboren. Dus daar is een link met Holland.
Mijn grootvader trok in 1912 naar de Filippijnen om er als rechtbankverslaggever te werken, maar zijn Spaans was onvoldoende voor die baan. Hij kreeg daarna werk op het kantoor in Manilla van de International Correspondence Schools (I.C.S.). Zijn baas daar was Albert R. Hager, die veel heel en weer reisde tussen de kantoren van I.C.S. in Sjanghai en Manilla. In 1915 werd mijn grootvader overgeplaatst naar de I.C.S. in Sjanghai.
Tijdens een verblijf in Amerika had mijn grootvader mijn grootmoeder ontmoet in Illinois en vanuit Sjanghai bestookte hij haar sindsdien met liefdesbrieven. In 1917 reisde hij opnieuw naar Amerika, dit keer om met Helen te trouwen. Op de terugreis naar China maakten ze een tussenstop in Ashland, Oregon, waar Helen een jaar onderwijzeres was geweest. Toen ze de treinreis vervolgden, ontmoetten ze een leuk, pas getrouwd stel dat ook op weg was naar Sjanghai: Joe en Norma Babcock. Joe en Norma hadden elkaar ontmoet in China, waren in Japan getrouwd en waren nu naar Amerika gereisd om Norma voor te stellen aan de familie van Joe.

Mevrouw Lethin en mevrouw Babcock op het schip Siberia Maru in januari 1917, dat hen naar China zal brengen. De Babcocks en de Lethins hadden elkaar in Amerika voor het eerst ontmoet.
De vier konden het uitstekend met elkaar vinden, ze hadden heel veel plezier op het schip en er ontstond een hechte vriendschap. De Babcocks woonden in Soochow en de Lethins in Sjanghai, maar soms gingen de Lethins op visite in Soochow en soms kwamen de Babcocks naar Sjanghai. Ook nadat ze teruggekeerd waren naar Amerika, bleven ze contact met elkaar houden. In 1920 kregen mijn grootouders een dochterje, Onnette. Tante Onnette heeft me heel wat verhalen verteld over het leven in China, waar ze de eerste vier jaar van haar leven heeft gewoond.
Het volgende verhaal heeft ze van haar ouders gehoord: Joe en Norma Babcock maakten een reis met een zeilschip op de Yangtze-rivier – zonder de Lethins -, toen de wind ging liggen en ze niet verder konden. De Chinezen gingen toen een onbekend, vreemd spel spelen. Joe had een talenknobbel, hij verstond Chinees. Daarom kon hij de regels begrijpen en het spel mee spelen.

Dit is een foto van mijn grootouders (links) en de Babcocks (rechts) met een onbekende man in het midden. Ze gaan een vaartochtje maken in Soochow, over het Tai-meer of over de Yangtze-rivier. De foto is genomen tussen 1917-1919. Ik geloof niet dat de onbekende man in het midden Hager is.
In de herfst van 1919, toen Joe Babcock mijn grootouders zag worstelen met het nieuwe spel, kreeg hij het idee om het spel toegankelijk te maken voor Westerlingen. En toen Bert Hager, de baas van mijn grootvader, van het nieuwe spel hoorde, ging hij naar Soochow om er met Babcock over te praten. Bert Hager en mijn grootvader gingen het spel uitleggen aan vrienden in Sjanghai en ontdekten de commerciële mogelijkheden. Zo is het balletje van mahjong gaan rollen. Joe had het idee, Bert het geld om te investeren en mijn grootvader was degene die de twee had samen gebracht. De drie werden compagnons in de Mah-Jongg Company of China. Grootvader zei altijd dat hij het woord Mah-Jongg aan de Amerikaanse taal heeft toegevoegd, een woord dat hij bedacht heeft. Het Chinese woord was nauwelijks uit te spreken – Mas Chi’iao – of iets dergelijks.
Het drietal kocht mahjongspellen in Chinese winkels en liet er westerse cijfers en letters op zetten. In 1923 of 1924 toen ze niet genoeg spellen meer konden kopen, zijn ze een mahjongfabriekje begonnen. Zelfs toen was het maken van mahjongspellen voornamelijk handwerk, zoals het graveren van de stenen. Er moet nog ergens een foto zijn van mijn grootvader in dat fabriekje, maar ik weet niet waar. Het handelsmerk Mah-Jongg verstreek na verloop van tijd en niemand heeft iets gedaan om het te verlengen.